Terug

Open Monumentendag 2002, een impressie.

Open monumentendag Vlaanderen stond dit jaar in het thema van symbolen. Symbolen zijn niet zonder reden op of rond een gebouw geplaatst, ze hebben een betekenis, ze zetten aan tot verder denken. Helaas, spreekt de moderne mens een andere `taal' dan zijn voorouders en die tekens zijn in onze ogen dikwijls niet meer dan wat versieringen of tierelantijntjes.

De jaarlijkse themadag wou de taal van de symbolen vertalen in onze taal en onze aandacht trekken op een schild, een fries, een gevel, ..., waaraan we zo dikwijls achteloos voorbij gaan, maar die heel wat vertellen over het verleden, vooral over het lezen van de mens in vervlogen tijden. Schepen van cultuur, Jos Miseur, vond het belangrijk dat de schooljeugd van Holsbeek ook wat kon opsteken van die rijkdom en regelde de open monumentenmaandag voor hen.

Maandag 9 september zouden de kerkdeuren geopend worden, zodat de jongens en meisjes van het vijfde en zesde leerjaar van de Holsbeekse scholen er de symbolen konden ontdekken ; tegen de historische achtergrond van ontstaan en evolutie van de kerkgemeenschap, vanuit verschillende standpunten bekeken, een interessante materie.

Vóór de werkgroep de jongens en meisjes te gids kon zijn, ging ze er eerst zelf op zoek naar de aanwezige symbolen. Zoekwerk kwam er echter niet aan te pas, een kerk is op zich een symbool. Op zoekwerk om de correcte betekenis te achterhalen was wel nodig, want zomaar wat interpretaties verzinnen kan iedereen, maar dat was echt met de bedoeling. Gelukkig zat er in de groep een specialist terzake, hij had bovendien de gave iedereen enthousiast te krijgen.

Maandag 9 september 2002 waren ze dan daar!

De scholen van Holsbeek-Centrum en Holsbeek-Plein bezochten de Sint-Mauruskerk, die van Nieuwrode trokken naar de Sint-Lambertuskerk. Kortrijk-Dutsel heeft een pareltje van een parochiekerk, maar die kreeg geen bezoek omwille van het reeds vastgelegde schoolprogramma.
Snugger als ze waren, kenden de jonge bezoekers vlug het verschil tussen een symbool en een gewoon voorwerp, ze gaven onmiddellijk de betekenis van een trouwring ; een gewone ring is slechts een sieraad. Geïnteresseerd luisterden en keken ze en ontdekten de veelheid aan symbolen : het kruis, het brood en de wijn, de wijnrank, de druif, de lelie, de roos, de slang, de engelen, de gelijkzijdige driehoek, het doopwater, het licht, de duif; de pelikaan, het hart, de aureool, ..., de kleuren, de monogrammen, de getallen.

Er was zo veel, dat het voor die jonge kopjes natuurlijk niet allemaal te onthouden viel, maar ze weten nu wel, dat symbolen er Met zomaar zijn, dat ze iets betekenen en dat in vroegere tijden, toen de meeste mensen niet lezen of schrijven konden, maar wel vroom gelovig waren, ze een taal spraken die de mensen deed nadenken. Een klein voorbeeldje : film was er toen nog niet, maar het beeldverhaal van het lijden en sterven van Christus in de veertien staties van de kruisweg tegen de muren, trok hun aandacht en maakte hen vertrouwd met de kern van het christelijk geloof.
De jongens en de meisjes telden de pilaren, de kanten van de doopvont, de armen van de kandelaars en leerden dat niet alleen de getallen twaalf, acht en zeven hun symboliek hebben; dat drie gelijk is aan één is wiskundig nooit juist geweest, maar het maakt wel duidelijk hoe de ene God en de drie goddelijke personen met elkaar te rijmen zijn.

Af en toe werd er door de jongelui duchtig gegist of gespeculeerd zoals bij de vraag of engelen nu mannen of vrouwen zijn. En waarom hebben ze vleugels? Om te vliegen natuurlijk! Inderdaad om te vliegen tussen hemel en aarde. Voor nuchtere mensen van de 21ste eeuw een naïeve voorstelling, vroeger echter zeer bevattelijk ; engelen staan immers symbool voor Gods wil : Hij stuurt ze als boodschapper, strijder, bewaker of beschermer naar de mensen. Zeg nu zelf, zonder vleugels zouden ze niet van de hemel naar de aarde geraken.

Diezelfde naïviteit herkenden ze in de manier waarop onze voorouders hun geloof uitbeeldden : God de Vader is een oude man met een lange grijze baard, God de Zoon is veel jonger en draagt een kruis, God de Heilige Geest is voorgesteld als een duif omdat de goede geest, het inzicht, plots in iemand kan neerdalen.

Dat een slang en een draak niet veel goeds voorstellen, wist iedereen, want ook in sprookjes zijn het kwaadaardige wezens. Andere dieren staan voor iets positiefs.De haan symboliseert waarden als waakzaamheid en standvastigheid in het geloof en de pelikaan is de zelfopofferende liefde, waarvan Christus het voorbeeld is. De vis is heel apart. Het oudste herkenningsteken van de christenen was een vis, ze tekenden hem in het zand en gaven zo te kennen dat ze volgelingen van Christus waren.Waarom een vis? Het Griekse woord voor vis is I CH Th U S ; deze vijf letters zijn de beginletters van de Griekse woorden Iêsous Christios Theou Uios Sôter, , wat betekent Jezus Christus Gods Zoon, de Verlosser.

Toen een meisje vertelde dat de familie een `bougie' had aangestoken voor de genezing van de erg zieke opa, werd duidelijk dat het symbool van de devotiekaars nog steeds gekend is een teken van licht in het donkere leven, een eenvoudige getuigenis van de hoop dat ondanks alles het licht zal overwinnen.

Ook de rozenkrans, of `paternoster' (paternoster is het Latijn voor "onze vader", wist een pientere jongen) krijgt in de context van moeilijke periodes die een mens kan doormaken, een diepe betekenis. De rozenkrans beantwoordt aan een menselijke behoefte, het biedt een houvast in moeilijke situaties waarin mensen nood hebben aan steun zonder dat ze mentaal in staat zijn om bewust te bidden. Vele godsdiensten bezitten een gelijkaardig gebedssnoer, een mantra.

Met de betekenis van de liturgische kleuren wit, groen, rood en paars had het jonge volkje geen probleem, het leek allemaal vrij logisch ; aan de Latijnse en Griekse monogrammen konden ze echter kop noch staart krijgen. De gidsen hadden zich op alles voorbereid en JHS, SMR, INRI, a en w kregen desgewenst de nodige verklaring en vertaling.

Af en toe doorbrak een guitige anekdote, een pittige legende of een sappig verhaal de ernst, maar dat belette niet dat de symbolentaal voor de vijfde- en zesdeklassers steeds meer verstaanbaar werd.

Na ongeveer anderhalf uur werd het bezoek afgerond en vertrok de klas schoolwaarts na een oprecht gemeend proficiat van de gids. Dat laatste hadden de jongens en de meisjes dubbel en dik verdiend..
Gerarda Pepermans
Terug