Terug

Vickers Wellington Mk X - HZ 438 (BH-J).

Een vliegtuig stort neer te Sint-Pieters-Rode...

In de nacht van 28 op 29 juni 1943 om 02:22 uur stortte op de Uilenberg te St.-Pieters-Rode (Biezenstraat -Matantjesstraat) een vliegtuig neer van de Engelse luchtmacht.

Het was een bommenwerper van het type Vickers Wellington Mk X met immatriculatiekenteken HZ 438 (BH-J), bemand door vijf Poolse soldaten in dienst van de RAF: piloot F/Sgt Marian KLEINSCHMIDT (29), navigator F/O Stefan BOGUSLAWSKI (27), bommenrichter Sgt Piotr MAZGAI (25), radio-operator Sgt Maksymilian CIESLIK (23) en staartschutter Tadeusz KNEBLOCH (26).
De vier eerste lichamen werden onmiddellijk geborgen. De vijfde, staartschutter Tadeusz Knebloch werd pas enkele weken later gevonden in een graanveld. Hij werd bij zijn gesneuvelde kameraden begraven.
Het vliegtuig maakte deel uit van het 300ste Squadron, een eenheid die volledig bemand was met naar Engeland gevluchte Poolse militairen. Het was opgestegen in INGHAM (Engeland) op 28 juni om 22:45 uur en was samen met 608 vliegtuigen op weg voor een raid op Keulen maar werd tijdens de heenvlucht neergehaald boven het Hageland door een Duits jachtvliegtuig, een Messerschmitt 109 bestuurd door Oblt Paul ZORNER. Die nacht gingen aan geallieerde zijde nog 24 andere vliegtuigen verloren.
Het team van F/Sgt Kleinschmidt vloog zijn eerste opdracht in de nacht van 26 op 27 april 1943 in een bombardementsvlucht op Duisburg (Duitsland).
Twee maanden later, de raid op Keulen was hun elfde operatie, werden ze door de Duitse jager neergehaald en kwamen deze jonge twintigers om het leven.
Kosovo heette toen "Het Hageland".

De bovenstaande lotgevallen zijn de laatste jaren al op verscheidene plaatsen neergeschreven ter gelegenheid van de verdiende nieuwe eerbewijzen die deze jonge mannen werden betoond. Niet dat ze destijds werden vergeten.
Is het niet verwonderlijk dat, in een gevaarlijke tijd van bezetting, de inwoners van Sint-Pieters-Rode, zoals de bijstaande foto's tonen, zo massaal en met zo'n bloemenvracht openlijk hun sympathie en hun dankbaarheid betuigden tegenover die jonge vliegeniers die hier hun leven lieten voor de bevrijding van ons land.

Het toestel: de Vickers Wellington Mk X.

De Vickers Wellington, door de RAF-piloten "Wimpy" gedoopt, is een van de vliegtuigen die het meest en het langst voor bombardements- en opleidingsopdrachten zijn ingezet. Van oktober 1938 tot acht jaar na de oorlog (1954) werden ze in dienst gehouden. Waarmee ruimschoots hun deugdelijkheid werd bewezen.

Het vliegtuig had een spanwijdte van 26,26 meter en een lengte van 23,75 meter en was uitgerust met twee Bris-tol Hercules-motoren van 1500 pk. Het had een topsnelheid van 410 km/uur op een kruishoogte van 3800 meter, zijn plafond was 5790 meter. De normale bewapening bestond uit acht mitrailleurs7,62 mm - dat is het van het nog steeds gebruikte kaliber oorlogsmunitie - twee in de neuskoepel, vier in de staartkoepel en twee midscheeps in de flanken. Daarnaast vervoerde de Wellington nog 2040 kg aan bommen.
Vergeleken met onze huidige luchtreuzen en moderne militaire vliegtuigen zijn die cijfers niet indrukwekkend, voor die tijd was het echter vrij groot en snel.

De opstelling van de mitrailleurs bepaalde meteen de zwakke plek van het vliegtuig.
Oorspronkelijk waren de zijdelingse mitrailleurs er niet. Daardoor was het vliegtuig van zijdelings onderaan praktisch onbeschermd. Door de midscheepse bewapening werd deze dode hoek verkleind, maar de buik bleef een zwakke plek, zoals bij de meeste vliegtuigen overigens.

Het bijzonderste kenmerk van de Wellington was de wijze van opbouw van romp en vleugels.
Het vliegtuig was geheel gebaseerd op wat men noemt de "geodetische constructie".
Eigenlijk was het samengesteld uit een geraamte van aaneengesloten driehoekjes overtrokken met een buitenbekleding. De bouwwijze was afgekeken van de vroegere luchtschepen, beter gekend onder de naam "zeppelins".
Toen deze na enkele rampzalige ongevallen, onder meer met de R101 in oktober 1930, naar de schroothoop werden verwezen, werd dr. Barnes. N. Wallis hoofdconstructeur bij Vickers. Hij ontwerp een nieuwe geodeti-sche vliegtuigconstructie, geïnspireerd op de "kippengaas"-omhulsels van de ballonnen of gaszakken die in de zeppelins zaten.
Eerst werd geëxperimenteerd met een geodetische vleugel, nadien met een dergelijke romp voor een eenmotori-ge tweedekker.
In 1935 bouwde Vickers een laagdekker waarbij het systeem van Wallis op het ganse vliegtuig werd toegepast. Het toestel werd "Wellesley" gedoopt. Het vestigde in 1938 een nieuw langeafstandswereldrecord met een vlucht van 11.700 km.
Het toestel werd bij het Britse leger ingezet als bommenwerper maar had een groot nadeel. Men vond het niet aangeraden de geodetische constructie te onderbreken om er bommenluiken in aan te brengen en dus werden ze in gestroomlijnde gondels onderaan meegevoerd.

Dit opbergprobleem werd opgelost bij het volgende door Vickers gebouwde vliegtuigtype dat na herhaalde verbeteringen de naam Wellington meekreeg. Het werd door de RAF in grote aantallen besteld.
Het kwam in dienst in oktober 1938.
Vanaf de eerste RAF-luchtaanval op 4 september 1939 werd het ingezet tot in maart 1945.
Er werden in het totaal 11.461 toestellen gebouwd in de fabrieken van Weybridge, Chester en Blackpool.
Barnes Wallis ontwikkelde zijn geodetisch systeem zo dat de Wellington zijn bommen inwendig kon vervoeren.
De "vlechtwerkconstructie" bleek tijdens de gevaarlijke opdrachten zijn deugdelijkheid te bewijzen. Heel wat zwaar beschadigde Wimpy's konden "veilig" naar hun basis terugkomen. Het geraamte bleek zo stabiel dat het omhulsel bij wijze van spreken aan flarden kon worden geschoten.

Toen de oorlog vorderde kwamen er steeds meer viermotorige zwaargewichten, zoals de Lancasters, in dienst en nam het aantal Wellingtons af. Ze werden dan vooral ingezet voor opleiding en kustbewaking.
Hun laatste bombardementsopdracht vond plaats in de nacht van 13 op 14 maart 1945.
Nog tot acht jaar na de oorlog werd de Wellington Mark X gebruikt als lesvliegtuig envoor transport.
Het vliegtuig dat op 21 april 1945 een noodlanding uitvoerde op de Kraaikant te Nieuwrode, en waaraan wij eerder al een aflevering wijdden, was van hetzelfde type.
Na zijn lange diensttijd werd de Wellington vervangen werd door de Vickers Varsity.

De enig overgebleven Wellington, een T Mark 10 navigatielesvliegtuig wordt bewaard in het RAF-museum te Hedon (Engeland).

"Ik weet het niet, wij deden dat gewoon"

De bommenwerper Vickers Wellington Mk X HZ 438 (BH-J) werd bemand door vijf Poolse soldaten: piloot F/Sgt Marian Kleinschmidt, navigator F/O Stefan Boguslawski, bommenrichter Sgt Piotr Mazgai, radio-operateur Sgt Maksymilian Cieslik en staartschutter Tadeusz Knebloch.
De vier eerste lichamen werden onmiddellijk geborgen.
De vijfde, staartschutter Tadeusz Knebloch werd pas enkele weken later gevonden in een graanveld. Hij werd bij zijn gesneuvelde kameraden begraven.

In die vorige uitgave beloofden wij u meer informatie en getuigenissen van mensen die het allemaal zelf hebben meegemaakt. Uit hun verhaal blijkt dat de gebeurtenis de bevolking van Sint-Pieters-Rode en de omliggende dorpen niet onberoerd liet.
Als we in de hedendaagse berichtgeving op de televisie horen en zien wat er in bezette gebieden zoal gebeurt, dan is het werkelijk meer dan verwonderlijk dat in die gevaarlijke tijd - denken we maar aan wat er in Sint-Joris-Winge en Meensel-Kiezegem plaatsgreep -, de inwoners van Sint-Pieters-Rode en de omliggende dorpen zo massaal en met zo een bloemenvracht openlijk hun sympathie en hun dankbaarheid betuigden tegenover die jonge vliegeniers die hier hun leven lieten voor de bevrijding van ons land en van de westerse wereld uit de bezetting van een totalitair regime.
De bijgaande foto's geven een duidelijk beeld van de belangstelling.
Wij hebben ons dikwijls afgevraagd hoe de mensen tot zo een actie kwamen. In geen enkel verhaal dat wij optekenden eiste iemand een heldenrol voor zich op.
"Ik weet het niet. Wij deden dat gewoon," was toch wel één van de merkwaardige antwoorden op onze vraag.

Wij danken hierbij diegenen die ons heel bereidwillig hun verhaal vertelden, zonder hun medewerking konden wij u deze informatie niet brengen. Meestal moesten wij maar luisteren en noteren, waarbij we soms verrassend echt vertellerstalent tegenkwamen.

Sommigen gaven er de voorkeur aan dat hun naam niet werd vermeld, wat wij respecteren. Wij willen u hun verhaal toch niet onthouden.

Een eerste getuige vertelt:

De begrafenis van die Poolse vliegeniers bracht een hele beroering in het dorp. Er was een plechtige lijkdienst met drie pastoors. Er waren bloemenkransen van alle dorpen uit de omtrek. Wij liepen daar vooraan fier met onze bloemen. Wij waren zelfs van plan geweest om er een driekleurige band in de doen, maar onze vader verbood het ons en vroeg waar we met ons gedachten stonden, zo met het dorp vol Duitsers. Ik kan niet zeggen hoe wij daar zo bijkwamen, wij dachten daar eigelijk niet bij na, we deden dat gewoon.
De vijfde jongen werd een paar weken later door onze vader in het veld teruggevonden. Het was in de oogst en vader was gaan graan pikken in de Delle. Hij was altijd erg stip en op tijd. Om kwart voor twaalf legde die zijn getuig neer en kwam hij van het veld naar huis. Op die dag was hij te laat en ik moest van ons moeder gaan zien waar hij bleef. Op het veld was niemand meer te zien. Toen ik uit de Delle terugkwam, kwam ik vader tegen, die van het gemeentehuis kwam. Hij was erg aangedaan, maar hij wilde niets zeggen. Thuis vertelde hij wat er gebeurd was en dat hij was op het gemeentehuis aangifte was gaan doen. In die tijd moest alles aangegeven worden aan de Kommandantur. Nadien is hij terug op het land gaan kijken samen met Fons Smets. In een hoek graan dat was blijven staan toonde hij het lichaam van Knebloch. De schrijnwerker, Jef Van den Bergh, heeft een kist gemaakt. Ik geloof dat dan de gendarmen en de garde het lichaam gaan halen zijn. Ik mocht er van vader niet naar toe maar van op ons land ben ik toch gaan kijken. Die jongen is dan bij zijn kameraden begraven, dat gebeurde in stilte maar hij was toch in de kerk geweest. Na die begrafenis is in Sint-Pieters-Rode eigenlijk de miserie met voor- en tegenstanders begonnen, daarvoor was daar niets van te zien.

Wilfried Nijs, Rudy Janssens
Terug