Terug

Ere-burgerschap Gust Boschmans.

Op 30 april 1999 besliste de gemeenteraad op voorstel van de Holsbeekse Werkgroep Heemkunde om het (eerste) ereburgerschap van de gemeente Holsbeek aan Gust Boschmans toe te kennen. De directe aanleiding was de tentoonstelling "Scherven Vertellen 2" en het verschijnen van het gelijknamig vervolgboek gewijd aan de opgravingen rond het oude kasteel van Attenhoven te Holsbeek-Plein. Tot zijn verdiensten voor de Holsbeekse gemeenschap behoren de jarenlange inzet voor de lokale heemkunde, de aanpak van de archeologie, de motivatie van zijn medewerkers en de ontplooiing van zijn grafische talenten. De uitgaven "Scherven Vertellen" en "Scherven Vertellen 2" betreffende de opgravingen door de "Werkgroep Archeologie" op de site van het voormalig kasteel van Attenhoven zijn verkrijgbaar via de gemeentelijke informatiedienst.

Deze bijdrage wordt gepubliceerd in twee delen. Vooreerst willen we de tekst weergeven zoals deze op de opening van de tentoonstelling als bindtekst werd uitgesproken en welke een sfeerbeeld wil geven van de persoon Gust Boschmans en zijn directe omgeving. In een volgende bijdrage trachten we een overzicht te geven van de levensweg van de gehuldigde persoon, welke in zijn geschriften, creaties en tentoonstellingen zichzelf steeds op de achtergrond wilde stellen.

SCHERVEN VERTELLEN.

I

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS,
SOMS, MET WAT RARE FIGUREN VANUIT EEN ONBEWOONDE VOORTUIN,
MOLENWIEKEND NAAR DE VERWONDERDE VOORBIJGANGER.
WITTE POPPETJES VAN HULPELOZE TEDERHEID,
ACHTER HET WENKEND RAAM.

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS
VAN ALTIJD EN MORGEN.
EEN PLEK WAAR HEEL LANG GELEDEN NOG,
VOOR HET DIESTIAANSE WATER BRAK,
DE ZEE VAN DE IMMENSE MOEDERSCHOOT,
LEVEN GAF, SCHUTTING EN OVERGAVE.

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS,
MET OUDE STENEN IN DE HANDEN,
GEREANIMEERD TOT NIEUWE HARTENKLOP;
VERGANE VOORWERPEN GEADOPTEERD
EN MET WARMTE AANGEKLEED.
EN ELKE NACHT, OP SLAG VAN DRIE,
GAAT IN DAT GROTE HUIS, MET BELEGEN MAN,
DE SCHERF OP ZOEK NAAR Z'N POT,
DE SILEX NAAR Z'N WERKTUIG
DE OUDE SCHOOLPRENT NAAR HAAR KINDEREN.
EN HIJ … HIJ SLAAPT Z'N TEVREDEN RUST …

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS …


II

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS
EN 'S AVONDS LAAT, KOMT ER ZACHTE MUZIEK UIT Z'N OREN
OF STIJGT MET NEVELSLIERTEN OP UIT DE MOERASSIGE ACHTERGROND.
JE HOORT ALLEEN DIE MUZIEK,
DIE DE STILTE KAN VERBETEREN.

III

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS,
EN ONDER ZIJN SCHORS,
IS DE MAN, SCHETSEND, SCHILDEREND
EN BOETSEREND BEZIG MET ONSTERFELIJKHEID;
STENEN, SCHERVEN EN GETUIGEN UIT EEN VORIGE EEUWIGHEID,
LAVEREND VAN DE ENE ONEINDIGHEID NAAR DE ANDERE.

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS.
DE STILTE TERGEND, ZITTEN WE, ZWIJGEND AAN Z'N HAARDVUUR TE PRATEN.
ALS AAN Z'N EIGEN ZOON VRAAGT HIJ MET ZACHT-HESE STEM,
DE KLANK VAN CELLO, OM DE DINGEN GEEN PIJN TE DOEN:
"GA MET ME MEE,
EEN DAG LANG,
NAAR HET LICHT IN DE DUISTERE GROTTEN,
GA DE WEG VAN HET ZOEKEN, NIET HET VINDEN!"

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS,
WAAR MET 'T AMBACHT VAN DE NIEUWSGIERIGHEID,
DE WAARDIGHEID WORDT TERUGGEGEVEN AAN " HET DING "
DAT VERLOREN EN VERSTOTEN LAG…
HET EENVOUDIGE VOORWERP, GEPUURD UIT DE GESCHIEDENIS,
MET EEN VERHAAL …DAT HET EERST AAN HEM WIL VERTELLEN.

ALLEEN BIJ DIT RAS VINDEN "DE DINGEN" HET MILDE VERTROUWEN
OM WEER UIT DE AARDE TE BREKEN,
ZICH OP HUN LIJF EN LEDEN TE ENTEN,
EN DE WEG TE VRAGEN NAAR DE TOEKOMST VAN HUN VERLEDEN,
GETOOID MET DE SCHOONHEID VAN HET VERSLETENE.

IV

IN HOLSBEEK STAAT EEN HUIS…
EN OP ZONDAGVOORMIDDAG SIJPELT HIJ MEE NAAR Z'N INTIEMSTE PLEK:
O HOOGMIS UIT M'N PRILLE KINDERJAREN :
" DE ZOLDER "
HONDERDDUIZEND KIEMEN, DOOR BARSTEN EN SCHEUREN EN SCHAVEN,
HELEN DE JONGE EENZAAMHEID,
EN KRUIDEN TOT LATERE WEERSTAND.

- DE OUDE BOERENKORF DIE'T ZAAD BEWAART,
- DE STEEN DIE 'T MES WET,
- DE BRIEVEN DIE EEN DUITS SOLDAAT VERTEDEREN, OP DE VLUCHT IN 44 "LIEBER OTTO"
- HET SIERAAD DAT DE HALS LIEFHEEFT.
- DE LEI DIE PAART MET DE GRIFFEL.
- HET MOLENTJE DAT MUZIEK MAALT …

ZET U, OP EEN OUDE STOEL,
KLIK DOOR HET DAKRAAM, DE VROEGE VOORJAARSZON AAN
EN LUISTER NAAR DE WIND DIE SPEELSE SPELLETJES SPEELT MET DAKPANNEN
TOT MUZIEK EN VROLIJKHEID.

V

IN HOLSBEEK …(ja)…STAAT EEN HUIS
HET KRIOELT ER VAN EENVOUD;
ALLES IS MET ZIJN VINGERS AANGERAAKT,
EN BETOKKELT MET ZIJN GEEST.

HET TOCHT ER NAAR HET VERLORENE,
WEER BEWOONBAAR GEMAAKT
TOT DE ZIEL VAN HET GEHEUGEN.

ALS KIND AL, BIJNA EEN "EEUW - WIGHEID" GELEDEN
WIST HIJ, DAT DE GROND, DE ULTIEME MOEDERSCHOOT,
DE LEVENSSAPPEN VOOR JE STERILISEERT IN WECKPOTTEN.
ALLES WAT NODIG WAS VOOR DE KLEINE MENS,
KWAM UIT DE GROND.

ZIJ DEDEN NOG MET WEINIG ZOVEEL.
NU IS ER ZO WEINIG, WEINIG.
EN WE DOEN MET HET "TE-WEINIG-WEINIG"
NIET ZOVEEL.
ER ZOU VEEL MEER "WEINIG" MOETEN ZIJN,
ZODAT WE MET … DAT WEINIG,
HEEL VEEL ZOUDEN KUNNEN DOEN.

VI

IN HOLSBEEK STAAT (nog altijd) EEN HUIS.
HIJ BEGON AL HEEL JONG … MET OUDE DINGEN.
OOK MET OUD WORDEN MOET JE HEEL JONG BEGINNEN
HIJ IS NU 97, FRIS EN TAAI.
IEDEREEN BLIJ DAT HIJ ZOLANG GEBLEVEN IS.

NOG ELKE DAG RAAPT HIJ WITTE WOLKEN
EN BINDT ZE TOE, MET TWEE ARMEN.
DE WERKELIJKHEID BESTAAT MAAR,
ALS JE ZE IN JE ARMEN HEBT GEVOELD.

HIJ TELT 97
VEEL MOOIER DAN 100.
HONDERD DAT IS NIET ZO MOEILIJK
ER ZIJN AL HONDERDEN DIE HONDERD ZIJN,
DAT MOET JE NIET WILLEN,
MAAR 97 OF (straks) 99 (of 101) DAT IS VOOR DE FIJNPROEVERS!!

LAAT HEM EN Z'N "SCHERVEN VERTELLEN"
TERWIJL HIJ Z'N HALOGEENOOGJES AANSTEEKT,
VLOTTEND IN EIGEN NAT.

WE DRINKEN METEEN EEN GLAS
OP HEM…EN DE SCHERVEN …
SCHERVEN BRENGEN GELUK !!!


André Smout

Augustus Joanna Petrus Boschmans.

Gust Boschmans wordt geboren op 9 februari 1902 te Aarschot als zoon van Carolus Josephus Boschmans en Adelaïda Philomena Bergen. Hij blijft in zijn geboortestad tot hij op achtjarige leeftijd samen met zijn moeder naar Schaarbeek verhuist. Daar verblijft hij op verschillende plaatsen en volgt er het lager onderwijs tot zijn veertiende levensjaar.

Bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog vertoeft hij tijdelijk bij zijn grootvader te Aarschot. Deze is er veldwachter en woont langsheen de Demeroever, in het Begijnhof. Samen met zijn grootvader wordt hij bij de aanvang van de bezetting opgepakt en verzameld in de O.-L.-V. kerk. Ze brengen het er goed van af…

Als zeventienjarige start Gust zijn loopbaan als kleine bediende in een verzekeringsmaatschappij. Thuis volgt hij ondertussen via een Franstalig tijdschrift een schriftelijke cursus tekenen. Twee jaar later wordt hij bediende in een drukkerij, waar hij tevens zijn toekomstige echtgenote leert kennen, zij werkt er als dactylo.

De tijd breekt aan om zijn legerdienst te vervullen, als korporaal bij het paardenvolk.

Op eigen houtje begint hij vanaf nu te tekenen, met de wil om er uiteindelijk zijn beroep van te maken. Hij start dan ook met het aanleggen van een toonmap met eigen ontwerpen, om deze aan mogelijke opdrachtgevers voor te leggen. Zijn eerste zelfstandige opdracht voert hij uit voor het katholieke weekblad "La Croix". Tijdens een promotiestunt van "Ackroyd Advertising" in het Egmontpaleis te Brussel neemt hij de map mee en stapt naar een tekenaar welke hem onmiddellijk vergezelt naar de aanwezige directieleden. Ze vragen hem "en wanneer kunt gij beginnen…". Gust is diezelfde dag nog een witte kiel gaan kopen…

Eind der jaren 20 ontvangt Gust de eerste prijs als laureaat van de arbeid.

De economische crisis van de jaren dertig worden de doodsteek voor de activiteiten van zijn werkgever en hij verliest zijn baan. Hij start met twee anderen een zelfstandige zaak: hij tekent, de anderen vertegenwoordigen de zaak en verzorgen de administratie. Als frauduleuze praktijken aan het licht komen neemt hij resoluut de beslissing om alleen verder te gaan. Als onderdeel van zijn activiteiten vervult "foto Boschmans" een belangrijke rol. Als freelance fotograaf bezorgt hij menig magazine de nodige foto's om hun verhalen te stofferen. Zelfs het ontwikkelen van de foto's gebeurt bij Gust thuis. Uitgeverij "De Pijl" wordt één van zijn belangrijkste opdrachtgevers.

In 1927 huwt hij Leopoldina Van Meerbeek. In 1939 verhuist het gezin naar Holsbeek: eerst naar de Pleinstraat, daarna aan de Leuvensebaan en vanaf 1950 in zijn huidige woning in het Langeveld.

Zijn eerste publicatie betreft een boekje voor de voortrekkers uit de scoutsbeweging: "Explorations Activités pour Routiers", onderwerp waaraan hij meerdere artikels wijdt in het officiële Franstalige scoutsblad "Le Guide". Gust richt in Holsbeek de voortrekkers op en publiceert in het blad van VVKS: "De Verkenner".

Twee boekjes "Speuren en ontdekken" van zijn hand worden gepubliceerd door de Bond van Grote en Jonge Gezinnen. Heemkunde wordt een dankbaar onderwerp voor zijn fotografie. Gust legt overigens een belangrijke documentatie aan over al zijn onderwerpen, in het bijzonder over de heemkunde en de natuur. Het kan niet uitblijven, ook over dit onderwerp volgden meerdere publicaties, dit maal onder de vorm van een tijdschrift.

Vanaf 1953 publiceert Gust "Meer Schoonheid", tot de heer Stienlet het een tiental jaar later overneemt. Daarna volgen "Hona" en nog ongeveer tien jaar later "Mens en Natuur", dit laatste tijdschrift met bijlagen "Mens en Grondspoor" (archeologie) en "Vier" (Holsbeekse Heemkunde uit de vier deelgemeenten).

Ook de praktijk wordt niet uit het oog verloren: maandelijks komen de leden bijeen in de Bremberg, nadat ze een begeleide wandeling hebben genoten. Hij moedigt eenieder aan om hun vondsten mee te brengen om ze aldaar samen te bespreken.

Naast het tekenen gaat zijn interesse uit naar de keramiek. In 1958 richt hij de gelijkvloerse verdieping in van het "Civitas Dei", het paleis van het Vatikaan op de wereldtentoonstelling te Brussel. Met de opbrengst van deze opdracht koopt hij een oven aan zodat hij zich creatief kan wijden aan het keramiekbakken. De Kruisweg in de kapel van de Montfortanen te Rotselaar, en de Kruisweg bij de Zusters Clarissen te Korbeek-Lo zijn enkele resultaten, alsook verschillende gevelstukken van woningen. Zodra hij ziet dat dit lukt, is hij overtuigd van zijn kunnen en wil hij een nieuwe uitdaging aangaan. De problemen die hij ondervindt: de beperking door de grootte van de oven en de verplaatsingen laten hem overigens niet toe om zijn keramiek verder uit te bouwen.

Gust heeft nooit een wagen gehad: steeds bezoekt hij zijn opdrachtgevers met het openbaar vervoer, af en toe per fiets. Kenmerkend voor hem: indien hij zich te voet verplaatst loopt hij een eindje, wandelt daarna een aantal meter enzovoort. Voor hij zijn dagtaak om 9 uur aanvat maakte hij ofwel een wandeling naar het achterliggend bos, of wordt er touwtje gesprongen in de tuin.

Na zijn pensioen vindt hij tijdens een strandwandeling een paar aangespoelde poppen. Dit was de start van zijn popart collectie.

Gust is steeds sterk geweest in het visueel maken van een idee: zich beperkend tot de essentie de over te brengen boodschap onder een mooie vorm weergeven. De farmaceutische industrie ("Couvreur" en "Union Chimique") apprecieert dit en menige folder of verpakking van medicijnen wordt op hun vraag door hem verlucht. Bij het omgaan met kleuren en penselen komen zijn grafische capaciteiten tot hun volste recht.

Op 3 en 10 september 1967 realiseert hij de tentoonstelling "Van Hulisbach tot Holsbeek" en wakkert hiermee de vlam van heel wat heemkundigen aan.

Hetgeen we misschien nog het meest appreciëren is de kunst die Gust verstaat om iets over te brengen naar jonge mensen, naar kinderen en het ter beschikking stellen van zijn materiaal aan de gemeenschap.

Beide tentoonstellingen "Scherven Vertellen I en II" (de eerste van 11 tot 13 december 1993) en publicaties over de opgraving rond de Poort van Attenhoven worden met respect voor elke medewerker opgebouwd. Zijn belangrijke schenkingen aan de stedelijke musea van Leuven en Aarschot worden met dank aanvaard. Zijn geboortestad kent hem op 27 juni 1997 het ereburgerschap toe.

Met dank aan de familie Boschmans.
ir. Rudy Janssens

Toespraak.

Toespraak door de heer Gust Boschmans naar aanleiding van het verlenen van het ereburgerschap van de gemeente Holsbeek op 28 mei 1999.

Geachte heer Burgemeester,
Geachte Schepenen,
Dames en Heren,
Vrienden allemaal.

Heldhaftige daden worden door de gemeenschap met recht gehuldigd en geprezen. Het blijkt ons dan ook een beetje overdreven en onverdiend ons te eren door de toekenning van het ereburgerschap van de gemeente Holsbeek. Wij hebben immers geen op hol geslagen woest paard overmeesterd, noch een drenkeling uit het water gehaald! En indien wij iets bijzonders bijgedragen hebben aan de culturele verrijking van onze medeburgers, dan werden wij daar reeds voor beloond door het gevoel enigszins nuttig te zijn geweest. Trouwens, geen enkel initiatief zou vruchtbaar zijn geweest zonder de medewerking van allerlei bereidwillige vrienden.

Het is een grote voldoening te mogen vaststellen dat heden een schare van jongere krachten bereid is de fakkel over te nemen. Wij wensen deze pioniers veel moed en geestdrift in hun streven naar een steeds mooiere Holsbeekse gemeenschap en milieu en zeggen:

Vaart wel en levet scone! Terug