Terug

Emmanuel Kemps.

EMMANUEL KEMPS
(o) Holsbeek 13/9/1848 - (+) Bangala 27/7/1888

Sinds kort werd aan de muur van het onlangs gerenoveerde gedeelte van de gemeentelijke lagere school de gedenkplaat van de Holsbeekse pionier Emmanuel Kemps opnieuw aangebracht. Lange tijd sierde deze plaat de voorgevel van het oude gemeentehuis dat zich bevond aan de kant van de school, op de hoek van de Kortrijksebaan en de Rotselaarsebaan (foto: zie mededelingen nr.9 - oktober 1995). In 1973, bij de afbraak van het gemeentehuis, verhuisde deze plaat naar de buitenmuur van de toenmalige bibliotheek.

Dat de ontwerper van deze plaat het destijds niet zo nauw nam, bewijzen de fouten op de gedenkplaat. Het geboortejaar van E. Kemps is niet 1849 maar wel 1848 en in "pionnier" staat een 'n' teveel.

Ter zake nu...

Emmanuel Kemps werd, zoals in de titel vermeld, op 13 september 1848 geboren in het dorpsgedeelte dat men in de volksmond nu nog de "Lozenhoek" noemt. Bij de straatnaamwijziging ten gevolge van de fusie werd deze straatnaam weerhouden voor de gelijknamige straat in Sint-Pieters-Rode, en werd de oorspronkelijke Holsbeekse 'Lozenhoek' opgesplitst in Verhaegenstraat en Wingeweg.
Zijn vader heette Franciscus, zijn moeder Maria-Theresia Van Ingh. Vader stierf het jaar na de geboorte van zoon Emmanuel. Na een jeugd zonder al te veel geschiedenis te hebben doorgebracht op de kleine boerderij van zijn ouders, lootte hij zich voor 4 jaar in het leger. Na zijn legerdienst (hij was karabinier) werkte hij nog enkele jaren als landbouwer in Holsbeek. In december 1876 echter vinden we hem terug - volgens de gemeenteregisters - in Gilly bij Charlerloi, vermoedelijk als seizoenarbeider of mijnwerker.

In 1878 verbindt hij zich voor een periode van 6 jaar aan het Nederlands - Indonesisch leger. Hij krijgt daarvoor een premie van 200 gulden. Op 13 juli van datzelfde jaar scheepte hij in te Nieuwendiep (Nederland) aan boord van het stoomschip "Prins van Oranje" en op 21 augustus komt hij aan in Batavia (Suriname). Emmanuel verblijft tot in 1885 in Indonesië. Hij ontvangt verschillende militaire eretekens voor belangrijke krijgsverrichtingen in het Nederlands -Indonesisch leger o.a. de bronzen medaille en het kruis van Atjeh (noordelijk deel van Sumatra). Op 9 december 1885 wordt hij van alle legerdienst ontslagen wegens "voordurende ongeschiktheid niet ontstaan in en door de dienst" en hij wordt op pensioen gesteld. Hij ontvangt hiervoor 100 gulden per jaar. Hij ontvangt een certificaat van goed gedrag en bewezen diensten. Dan vertrekt hij met het stoomschip "Drenthe" op 29 december 1885 en komt in Nederland aan op 14 februari 1886.

Bij de terugkeer naar zijn geboortedorp werkte hij nog een tijdje in een steenbakkerij.

Op 8 juni 1887 schenkt hij zijn diensten aan de jonge Congostaat. Hij vertrekt van uit Antwerpen op 10 juli met het stoomschip "La Lijs" en komt aan in Boma op 22 juli. Hij was verbonden aan de "Openbare Weermacht" en komt vervolgens bij de directie van Openbare Werken terecht. Deze dienst zendt hem naar het district Bangala.
Het is daar dat hij tengevolge van een maagkwaal op veertig jarige leeftijd overlijdt op 27 juli 1888.

Zijn overste schreef over hem:

"Emmanuel was een specialist in de rijst en de koffiecultuur. Hij was een moedig en onvermoeibaar werker".


Jos Libotton
Noot:

In "Ons Heem" 1998 nr. 4 lezen we "De 'Association des Vétérans Coloniaux' die alle veteranen groepeerde van voor de aanhechting van Kongo bij België (op 15 november 1908) spande zich in de jaren 30 enorm in om hulde te brengen aan de koloniale zonen. De gemeenten werden ertoe aangezet plechtigheden op het getouw te zetten. De belangrijkste vieringen vonden plaats in 1932. In de meeste gevallen werd een herdenkingsplaat aangebracht op ofwel het gemeentehuis, het kerkhof of de gemeenteschool…" Terug