Terug

Dagstempeling 'Kasteel van Horst'.

Op 28 juni 1998 sloot de tentoonstelling rond Hagelandse gebouwen haar deuren in het kasteel van Horst. Die dag werd in het Wagenhuis een voorlopig postkantoor ingericht waar een speciale dagstempeling kon gebeuren.

De tentoonstelling naar aanleiding van de Hagelanddag met als thema 'Euro door het Hageland' toonde het origineel ontwerp van een aantal postzegels gewijd aan Hagelandse gebouwen. De zegel met als afbeelding 'het kasteel van Horst' was hierin het oudste exemplaar, de uitgifte dateert van 17 december 1951.

De bij dit artikel getoonde zegel is nog postfris. Een postzegel heet postfris als hij nog niet voor frankering is gebruikt. Hij komt uit een thematische collectie, dit wil zeggen een collectie opgezet rond een bepaald thema, in dit geval rond kastelen.

Het betreft hier bovendien een zogenaamde toeslagzegel. Een toeslagzegel is een postzegel die tegen een hogere prijs dan de frankeerwaarde wordt verkocht. De toeslag is de prijs die boven de frankeerwaarde dient te worden betaald. De meerwaarde die zo wordt ontvangen gaat naar caritatieve, patriotische of culturele instellingen.

De jongste zegel uit de regio stamt uit Begijnendijk en toont ons een begijn waaraan die gemeente haar naam te danken heeft. De uitgifte van deze zegel dateert van 8 juni 1996. Op die dag had te Begijnendijk een soortgelijke dagstempeling plaats, welke inderdaad meestal plaatsvindt naar aanleiding van een dergelijke uitgifte. Dat er bij de recente dagstempeling in het Wagenhuis geen zegel werd uitgegeven is dan ook eerder uitzonderlijk.

Hoe komt een postzegel eigenlijk tot stand?

Elke maand komt de Filatelistische Commissie samen om een thema te bepalen waarrond een postzegel zal worden uitgegeven. Elke organisatie kan hiervoor een voorstel indienen bij deze commissie. Eens het onderwerp is bepaald wordt een opdracht gegeven aan een grafisch ontwerper. Na dit ontwerp (wat meestal voor de ontwerper ook wat studiewerk inhoudt) dient dit aan de Commissie ter goedkeuring voorgelegd. Zo nodig dient dit ontwerp overeenkomstig met de opmerkingen van de Commissie bijgewerkt.

Na goedkeuring wordt de maquette naar de zegeldrukkerij van de Post (te Mechelen) gestuurd. Daar reproduceert een graveur de tekening op een stalen plaat. Met een minuscule naald graveert hij beetje bij beetje kleine groefjes waarin de inkt kan vloeien. De afgewerkte plaat wordt dan aangedrukt tegen een molet. Op die manier wordt de tekening in reliëf op de molet gedrukt. Via deze beweegbare molet kan de reproductie van de tekening op de vaste cilinders worden bevestigd.

Het drukken zelf gebeurt via twee procédés: staaldiepdruk en rasterdiepdruk (goedkoper). Beide technieken maken gebruik van koperen cilinders, enkel koper is voldoende manipuleerbaar om erin te kunnen graveren. De aanmaak van deze cilinders wordt toevertrouwd aan gespecialiseerde firma's. Via deze cilinders wordt door middel van een rotatiepers de tekening overgebracht op het papier. Daarna worden de vellen geperforeerd. Uiteraard volgen nadien een doorgedreven controle vooraleer tot distributie van de zegels wordt overgegaan.

ir. Rudy Janssens


Bronnen.

Filatelie, aspecten van het postzegelverzamelen (uitgave DE POST)
Dossier 'De Post', bijlage aan KNACK van 23 april 1997
Terug