Terug

Chartreuzenberg en Kartuizersstraat.

De orde van de Kartuizers werd in de 11-de eeuw gesticht door de Heilige Bruno. Hij vestigde zich met zijn volgelingen op een verlaten plek in de Franse Alpen nabij Grenoble. Daar leefde hij en zijn volgelingen als kluizenaars en hielden ze zich bezig met gebed en studie.

De contemplatieve monnikenorde (= gewijd aan de beschouwing der bovennatuurlijke waarheden en aan het gebed, in tegenstelling bijvoorbeeld tot orden die zich ontfermen over zieken, armen en dergelijke) breidde zich weldra uit in heel Europa, tot meer dan tweehonderd vijftig kloosters. Het moederhuis in de Alpen groeide uit tot "La Grande Chartreuse". Zo kregen de monniken de naam "Chartreux", of in het Nederlands "Kartuizers" (afgeleid van het Latijnse "Carthusia").

In de Nederlanden vestigden de eerste Kartuizers zich in de veertiende eeuw, meestal door toedoen van gelovige edelen, soms ook met de steun van weldoende vrouwen. In Leuven vestigden de Kartuizers zich in 1491 in de buurt van het Redingenhof. Van het uitgebreide kloostercomplex dat zij later bouwden tussen de huidige Bankstraat en de Tiensevest is ons enkel het gebouw van de paters Capucijnen overgebleven.

Door een decreet van Keizer Jozef II, de keizer - koster genaamd, net omwille van zijn ingrepen in de dagdagelijkse leven in de Kerk, werden in 1783 de kloosterorden de Kartuizers inbegrepen). De monniken gingen weg, de inboedel van het klooster werd verkocht en raakte verspreid. Een deel van het kerkgestoelte kwam overigens terecht in de Sint-Catharinakerk van Kortrijk-Dutsel. Het houtwerk van de sacristie ging naar de kerk van Bertem. Ook de jaren na de Franse revolutie en de jarenlange bezetting (annexatie) eisten hun tol. Buiten de namen van straten en pleinen (zoals bijvoorbeeld te Holsbeek) is er in België weining overgebleven van de Kartuizerskloosters. De weinige overblijfsels te Leuven vormen hierop een uitzondering.

In vroegere eeuwen hadden kloosters een zeer grote invloed en talrijke weldoeners schonken (in ruil voor gebeden, raadgevingen en andere hulp) tal van bezittingen en eigendommen. Zo ontvingen de Kartuizers te Leuven in 1496 van dame Jeanne de Kersbeek 14 bunders (1 bunder is zowat 1 hectare) bos in Holsbeek. In 1623 breidden zij door aankoop hun bossen te Holsbeek met 8 bunders uit. De straatnamen "Chartreuzenberg" en "Kartuizersstraat" zijn dus niet uit de lucht gegrepen…


Adeline Huygens
Terug