Terug

"Het Molenhof" te Holsbeek.

Historiek.

Het huidige Molenhof (Kortrijksebaan 57) is de oude boerderij van het verblijf van de Aarschotse familie de Roriff. Herman Jozef de Roriff (1786-1843) stadsontvanger in Aarschot, huwde in 1812 met Catharina Daels (1786-1847), een zeer godvruchtige vrouw. Zij stamde uit een familie waarvan verschillende leden burgemeester zijn geweest in Aarschot. Hun dochter Joanna de Roriff (gedoopt op 12/04/1815 en overleden te Holsbeek in 1885) die gehuwd was met haar neef Guillelmus de Roriff (geboren in 1819 en te Ieper gestorven in 1891) hebben als laatsten van deze familie de gebouwen bewoond.
Het kasteeltje met de hoeve werd op het einde van vorige eeuw verkocht aan de Heer De Bruyn, burgemeester van Holsbeek sedert 1888 tot aan zijn dood op 03 mei 1931. Deze gebruikte het gebouw als winterverblijf.
In 1928 verpachtte de Heer De Bruyn de hoeve aan de familie Jozef Hendrickx en Maria Vermeulen, voordien pachters van zijn kasteelhoeve. Hun zoon, Frans Hendrickx, had voordien als pachter de boerderij op de 'Molenberg' (aan de Holsbeekse windmolen op de Meesberg) in bedrijf gehad.
Op dat ogenblik noemde men de hoeve nog niet 'Molenhof' maar zou men deze het 'Marrantus-pachthof' noemen. Na het overlijden van de Heer De Bruyn werd het pachthof in 1932 gekocht door Jozef Derijck, een verre verwant van de echtgenote van Jozef Hendrickx. Zodoende kon deze de hoeve blijven pachten. Jozef Derijck was molenaar te Hamme-Mille. Hij liet onder de inrijpoort een molensteen aanbrengen en gaf de boerderij de naam "Molenhof", naam dewelke aanvankelijk op de gevel stond geschilderd. Later werd door Achiel Hendrickx deze naam in metaal op de gevel aangebracht.
In 1946 werd de boerderij samen met 4 Ha grond gekocht door Frans Hendrickx en Joanna Wijnants. Mevrouw HendrickxWijnants (thans 91 jaar) is nog steeds woonachtig op deze boerderij. Het gemengd bedrijf wordt uitgebaat door haar zoon Roger Hendrickx.
Tot in 1950 werden bij de uitbating 3 boerentrekpaarden gebruikt, daarna deed de tractor zijn intrede.
Het zogenaamd kasteeltje (Kortrijksebaan 55) werd nog bewoond door enkele pastoors, en werd gekocht door de familie Van Goidsenhoven, dewelke het gebouw nog steeds bewonen.
Ten westen van het gebouwencomplex lag een park met een hovenierswoning. Deze werd nog bewoond door meester Dechamps, onderwijzer, landmeter en dirigent van de Sint-Maurusfanfare.
Op de kaart van Ferraris staat rechtover het Molenhof nog een hoeve, genaamd Depreters hoeve.

Het hoevegebouw.

Is een vierkanthoeve en bestaat uit vijf grote delen:

a. De schuur.

De muren van de schuur zijn de oudste. In de sluitsteen van de grote poort (met ijzerzandsteen afgezet) is het jaartal 1731 aangebracht. Het dak is in het begin van deze eeuw vernieuwd. Het onderste gedeelte van de muur is opgebouwd met grote rechthoekige blokken ijzerzandsteen. Pas ontgonnen ijzerzandsteen is zeer zacht en gemakkelijk te bewerken, zelfs te zagen. Bij het drogen wordt hij harder. Alleen de zwarte nerven in de steen zijn hard bij het ontginnen. Waarschijnlijk is deze ijzerzandsteen hier ergens in de onmiddellijke omgeving gewonnen (Meesberg?). In de Oostenrijkse periode was ijzersteen een veel gebruikt materiaal (bvb. delen van de sluizen in Testelt op de Demer en in Haacht op de vaart Leuven-Mechelen zijn uit ijzersteen). In de omgeving was er in die tijd een groeve bekend, namelijk te Langdorp op het gehucht de Gijmel.
De baksteen is fel rood: met de hand gevormde boerensteen. Te zien aan de helle kleur bevat deze steen meer leem dan klei. Hij is tamelijk zacht doordat hij aan lage temperatuur gebakken werd, wat erosie in de hand werkt.
De schuur is thans ingericht als stal.

b. Het wagenhuis.

Het wagenhuis is rondde jaren 1900 volledig vernieuwd. Van het oude wagenhuis is alleen de oude steen met datering 1731 terug ingemetseld.

c. Het woonhuis en de stallingen:

Het woonhuis en de stallingen zijn samen met de toegangspoort in 1740 gebouwd.
De bakstenen zijn donkerder van kleur als gevolg van de asresten die in de steen achtergebleven zijn. Deze steen bevat meer klei en is op een hogere temperatuur gebakken.
De vensters en deuren zijn afgezet met arduinen omlijstingen. Arduin was in die tijd een veel gebruikt materiaal. Door zijn gelaagde structuur was hij ideaal om te belasten loodrecht op zijn gelaagde structuur en dus minder geschikt om belast te worden in de richting van zijn structuur (zie de barsten in omlijstingen rond de deur). Arduin is een neerzettingsgesteente, vandaar dat er in deze stenen fossielen te vinden zijn (zie in de stijl van de toegangspoort boven de brievenbus. De witte verticale krul is een koraal. De halve cirkel is een rest van een schelp). Arduin wordt gevormd door de resten van het skelet van de zeelelie, die door water en de druk van de later gevormde kolenlagen tot een hardere soort kalksteen werden samen geperst.
De bogen rond de poort rusten op twee blokken in Gobertangesteen. Boven zijn de bogen van de poort verankerd met arduinenblokken in de muren. In de sluitsteen boven de poort staat het jaartal 1740.
Men mag aannemen dat deze boerderij tussen 1731 en 1740 in verschillende fasen werd gebouwd.

d. De resten van het kasteeltje:

Rechts van de hoeve staat het oude kasteeltje. Boven op de zolder is er nog een doorgang die van de ene naar de andere woning gaat. In de zijmuur is nog een dichtgemetselde doorgang te zien van waaruit men van uit het kasteeltje op de binnenkoer van het pachthof kon komen.

e. De koer:

Een gedeelte van plaveien zijn in witte Gobertangesteen en waarschijnlijk is deze vloer afkomstig van een afbraak. De tekeningen in het oppervlak van deze stenen zijn afkomstig van wormen die gangen maken in de zachte steen.
Voor het leggen van de koer zijn drie verschillende soorten kassei gebruikt.
1. Porfier van Quenast, 400 tot 250 miljoen jaar oud (paars van kleur)
2. Kassei van Rommersom (vaal bruinachtig) 60 miljoen jaar oud. Deze steen is zeer hard en werd veel gebruikt voor wegenaanleg.
3. Arduin (donker blauw met witte stippen)

Urbain Radelet
Terug